Eigendomsrecht vs. Woonrecht: twee recente uitspraken over gekraakte woningen

Eigendomsrecht vs. Woonrecht: twee recente uitspraken over gekraakte woningen

Krakers

Dione Bakker | 6 mei 2025

Wanneer een pand bezet is door krakers, is het niet gemakkelijk om deze krakers uit de woning te kunnen verwijderen. Dat bleek ook uit twee recente uitspraken van de Rechtbank Rotterdam. In beide gevallen werd een vordering tot ontruiming van gekraakte panden afgewezen, ondanks het feit dat kraken in beginsel onrechtmatig en strafbaar is. 

Wanneer een woning is gekraakt kunnen eigenaren via het civiele recht een vordering tot ontruiming instellen. Dit wordt vaak gedaan via een kort geding, omdat huiseigenaren zo snel mogelijk weer de vrije beschikking willen hebben over hun pand.

Toch betekent dit niet dat een rechter een ontruiming automatisch toewijst. In civielrechtelijke procedures wordt een belangenafweging gemaakt tussen:

  • het eigendomsrecht van de eigenaar,
  • tegenover het woonrecht en recht op privéleven van de bewoners (artikel 8 EVRM).

Concreet betekent dit dat de rechter bijvoorbeeld kijkt naar hoe lang het pand al leeg staat, wat de plannen zijn met het pand en de gevolgen van een ontruiming, zoals het ontstaan van leegstand of dakloosheid (in het bijzonder van minderjarige kinderen). Daarnaast weegt de rechter het spoedeisend belang van de eigenaar mee wanneer de eigenaar een kort geding heeft gestart. De rechter kijkt dus naar méér dan het eigendomsrecht van de eigenaar. Dit bleek ook uit deze twee recente uitspraken.

In de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 3 maart 20251 ging het om een pand van een woningcorporatie dat al langere tijd leeg stond. Een groep mensen had het pand gekraakt. De eigenaar spande een kort geding aan. De rechter oordeelde dat het eigendomsbelang van de corporatie op dat moment niet zwaarder woog dan het belang van de bewoners bij onderdak. Er was geen concreet plan voor renovatie of hergebruik – pas over twee jaar zou de woning worden heringericht. Het feit dat de eigenaar van het pand het beheer wilde overdragen aan een professionele leegstandbeheerder, gaf nog geen voldoende belang, laat staan dat het belang spoedeisend was. Daarbij woog ook zwaar dat de kraker zich inzette voor het pand, de medebewoners en de buurt. Het pand werd zelfs ingericht als een sociale ontmoetingsplek, waarbij een diversiteit aan programma’s werd aangeboden (zoals een filmavond, een poëzie-event en gratis patat op gezette tijden), waarmee buurtbewoners blij zouden zijn.

In de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 20 maart 20252 ging het om een ruimte die was gekraakt door een stel met een kind van vijf jaar oud. De eigenaar, Havensteder, stelde dat het pand verkocht was en het op korte termijn leeg overgedragen diende te worden aan de koper. Daarom zou sprake zijn van een spoedeisend belang en dienden de krakers het pand te verlaten, aldus Havensteder. De koopovereenkomst was echter niet overgelegd, waardoor de rechter niet kon verifiëren of deze stelling klopte. Daarbij waren er aanwijzingen dat het nog lang zou duren voordat de koper zou starten met de renovatie van het pand. Daar tegenover stond dat de kans zeer groot was dat het gezin met hun minderjarige kind dakloos zou worden zonder uitzicht op een woning. De rechtbank oordeelde dat de eigenaar geen spoedeisend belang had bij ontruiming, terwijl de bewoners reëel nadeel zouden ondervinden. De vorderingen werden afgewezen.

Er moeten dus flinke drempels genomen worden wanneer een pand bezet wordt door krakers en de eigenaar wil overgaan tot ontruiming. Ben jij een kraker en start de eigenaar een kort geding? Of ben je eigenaar en zie je de kraker(s) liever vertrekken? Neem dan contact met ons op.