Het rechtsmiddelenregister: onbekend maakt onbemind

Het rechtsmiddelenregister: onbekend maakt onbemind

Lennart Bisschop | 7 maart 2022

Het Nederlandse procesrecht is soms ingewikkeld. Het kent veel regels en harde termijnen die in acht genomen moeten worden.
Het rechtsmiddelenregister is een van de onderdelen uit het Nederlandse procesrecht. In deze blog gaan wij in op de inhoud en relevantie van dit – vrij onbekende – rechtsmiddelenregister.

Betekenis
In het rechtsmiddelenregister wordt bijgehouden of er een rechtsmiddel is ingesteld tegen een bepaalde uitspraak van de rechter. Rechtsmiddelen zijn onder andere verzet, hoger beroep en cassatie. Artikel 433 Rv bepaalt dat een partij die verzet heeft gedaan of hoger beroep of cassatie heeft ingesteld tegen een bepaalde uitspraak, de bevoegdheid heeft om daarvan een aantekening te laten maken in een daartoe bestemd register. Artikel 433 Rv bevat een algemene grondslag voor de aantekening van het instellen van een gewoon rechtsmiddel. Hierbij gaat het vaak om een bevoegdheid en dus niet om een verplichting. Inschrijving van een rechtsmiddel in het register komt de rechtszekerheid ten goede omdat er daardoor duidelijkheid is over stand van zaken in een procedure.

In bepaalde gevallen is er echter wel degelijk een verplichting om het ingestelde rechtsmiddel in het rechtsmiddelenregister op te schrijven. Het is erg belangrijk om hier alert op te zijn omdat verzuim van inschrijving kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het rechtsmiddel. In dergelijke wetsartikelen wordt dan vaak de zinsnede ‘’op straffe van niet-ontvankelijkheid’’ genoemd. Dit heeft uiteraard grote gevolgen, onder andere in financieel opzicht. Hieronder zal in het kort beschreven worden in welke gevallen inschrijving van het rechtsmiddel in het rechtsmiddelenregister verplicht is.

Notariële akte
Vooral in de vastgoedwereld is er een grote rol weggelegd voor het rechtsmiddelenregister. Voor de levering van een registergoed (bijvoorbeeld een woning) is namelijk een notariële akte vereist. Wanneer er tussen partijen vervolgens een geschil ontstaat over de levering van dat registergoed, dan kan de rechter bepalen dat het door hem gewezen vonnis in de plaats treedt van de notariële akte. Dit kan in bepaalde gevallen handig zijn, omdat de eigendom van een registergoed op deze manier kan wisselen van eigenaar zonder dat er een notaris in het spel is. Bovenstaande komt terug in artikel 3:301 BW. In dit artikel is in lid 2 bepaald dat verzet, hoger beroep en cassatie tegen een uitspraak waarvan de rechter heeft bepaald dat zij in de plaats treedt van een tot levering van een registergoed bestemde akte, op straffe van niet-ontvankelijkheid dient te worden ingeschreven in de registers zoals bedoeld in artikel 433 Rv. De termijn om het rechtsmiddel in te schrijven in het register is bepaald op 8 dagen, waarbij gerekend moet worden vanaf het moment dat het rechtsmiddel is ingesteld. Een akelig korte termijn dus.

Het rechtsmiddelenregister speelt voornamelijk in de vastgoedpraktijk een rol omdat de informatie over de rechtstoestand van registergoederen ingeschreven moet zijn in de openbare registers. Hierdoor kan eenvoudig worden gecontroleerd wie daadwerkelijk eigenaar is van dat registergoed en of er bijvoorbeeld een hypotheekrecht op dat registergoed is gevestigd.

Waardeloosheid beslag en grensvastlegging
Daarnaast geldt op grond van artikel 3:29 lid 3 BW dat ten aanzien van een rechtsmiddel dat wordt ingesteld omtrent de waardeloosheid van een beslag, ook wel een bevel tot doorhaling genoemd, een verplichting tot inschrijving in het rechtsmiddelenregister. Daarnaast moet het rechtsmiddel in het register worden ingeschreven in het geval van grensvastlegging door de rechter waartegen verzet, hoger beroep of cassatie wordt ingesteld. Dit is vastgelegd in artikel 5:32 lid 1 en 4 BW. 

Ambtshalve toetsing
Zoals kort aangehaald is, leidt verzuim van inschrijving van een rechtsmiddel in het daartoe bestemde register (indien er sprake is van een geval waarbij dat verplicht is) tot niet-ontvankelijkheid van een dergelijk rechtsmiddel. Verzuim van verplichte inschrijving zal altijd bekend worden aangezien de rechter in hogere aanleg (degene bij wie het rechtsmiddel is ingesteld) ambtshalve moet toetsen of aan de inschrijfverplichting is voldaan. Ambtshalve toetsing houdt in dat de rechter inhoudelijk en actief naar de zaak kijkt en zodoende onderzoekt of er sprake is van een geval waarbij het rechtsmiddel in het register ingeschreven dient te zijn. 

Conclusie
Het rechtsmiddelenregister moet niet uit het oog verloren worden indien één van de bovengenoemde wettelijke gevallen in het vonnis vervat is en er vervolgens daartegen een rechtsmiddel wordt ingesteld. Het rechtsmiddel moet dan in het daartoe bestemde register worden ingeschreven. Als dit niet wordt gedaan dan kan dit leiden tot niet-ontvankelijkheid van het ingestelde rechtsmiddel met grote financiële schade tot gevolg. Indien uw zaak door ons kantoor wordt behandeld, dan monitoren we dit proces uiteraard in samenspraak met u.

Heeft u vragen over het rechtsmiddelenregister of wilt u zich laten bijstaan in uw procedure, neem dan contact met ons op.