Als je iets ongevraagd toegestuurd krijgt, behoef je daar niet voor te betalen. Dat klinkt logisch en dat is het ook. Eigenlijk is dat gewoon een uitwerking van “vraag en aanbod”. Je kunt wel iets aanbieden, maar als daar niet om gevraagd is, komt er geen overeenkomst tot stand.
Toch kan deze wettelijke regel (artikel 7:7 van het Burgerlijk Wetboek) tot opmerkelijke uitkomsten leiden. Dat bewijst een uitspraak die de Rechtbank Overijssel eerder dit jaar deed. Het ging daarbij om een schoolfotograaf, die in opdracht van de school alle leerlingen op de gevoelige plaat had vastgelegd. Tegenwoordig werken veel schoolfotografen weliswaar met digitale systemen, maar vaak worden ook nog steeds de ouderwetse envelopjes met foto’s aan de ouders gestuurd of aan de kinderen meegegeven naar huis. Daarbij wordt dan vermeld dat je de foto’s moet betalen als je ze wilt houden of terug moet sturen (als je ze niet wilt houden). De schoolfotograaf had keurig een machtigingsformulier voor automatische incasso bijgesloten met daarop de tekst “binnen 10 dagen terugsturen, anders verplicht u zich tot afname”. Waterdicht toch? Hier deden de ouders echter niets. Ze betaalden niet (het ging om € 16,50), maar stuurden ook geen foto’s terug. De schoolfotograaf pikte dat niet en het liep zo hoog op dat uiteindelijk de rechter hierover moest oordelen. En die paste de hiervoor genoemde regel toe: de consument mocht de foto’s gewoon houden en hoefde er niet voor te betalen. Als ongevraagd iets wordt toegestuurd, bestaat er geen wettelijke plicht om het – als je er niet voor wil betalen – terug te sturen. Het enkele behouden van de foto’s betekent niet dat sprake is van wilsovereenstemming en dat daarmee (na het verstrijken van de 10-dagentermijn voor het terugsturen) een koopovereenkomst tot stand is gekomen, aldus de rechter. Dat de schoolfotograaf, net als veel collega’s van hem, het al jarenlang op deze manier doen, legt ook onvoldoende gewicht in de schaal.
Waterdicht?
Waarom nu zo’n verhaal over schoolfoto’s in deze column, zult u zeggen. Dit gebeurt bij u op het schoolplein niet (toch?). Fatsoenlijke mensen betalen gewoon of sturen de foto’s terug. Maar niet iedereen is even fatsoenlijk en artikel 7:7 BW geldt niet alleen voor consumenten, maar ook bij business-to-business transacties. Als wilsovereenstemming wordt betwist, is het aan u als verkoper om aan te tonen dat de koper heeft ingestemd met afname van een bepaald product voor een bepaalde prijs. De moraal van dit verhaal is dus niet alleen dat schoolfotografen misschien op een andere manier moeten gaan werken, maar ook dat u als ondernemers altijd moet blijven nadenken over de vraag of uw manier van zakendoen wel waterdicht is. Anders is het niet alleen “lachen naar het vogeltje”, maar staat u straks als ondernemer het huilen nader dan het lachen.
Heeft u een vraag over dit onderwerp of bent u bent benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem dan gerust contact op.