Wet vaste huurcontracten

Wet vaste huurcontracten

Blog - Wet vaste huurcontracten

Matthijs Ywema | 7 februari 2024

De Eerste Kamer heeft onlangs ingestemd met het wetsvoorstel ‘Wet vaste huurcontracten’. Deze wet schrapt de in 2016 ingevoerde mogelijkheid om tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige woonruimten overeen te komen De vaste huurovereenkomst zal dus weer de norm worden. De tijdelijke verhuur van woningen zal voortaan nog maar beperkt mogelijk zijn. Naar verwachting zal de Wet vaste huurcontracten op 1 juli 2024 in werking treden. De tijdelijke huurcontracten die vóór 1 juli 2024 zijn gesloten, blijven gewoon in stand

Waarom deze nieuwe wet?

Zoals gezegd is de mogelijkheid om een woning tijdelijk te verhuren in 2016 nog verruimd. De wetgever hoopte dat dit zou leiden tot een hoger aanbod van huurwoningen en het terugdringen van de verhuur van woningen zonder enige vorm van rechtsbescherming. Daarnaast zou, met de invoering van deze wet, het vaste huurcontract de norm moeten blijven. Hiervan is echter weinig terecht gekomen. Het aanbod van het aantal huurwoningen is nauwelijks gegroeid, het vaste huurcontract is niet meer de norm en de rechtspositie van de huurders is eerder verslechterd dan verbeterd. Hierdoor ervaren veel huurders stress en onzekerheid. Het parlement probeert de rechtspositie van de huurder met deze nieuwe wet te verbeteren. 

Uitzonderingen

De mogelijkheid tot het sluiten van tijdelijke huurovereenkomsten, die van rechtswege eindigen na een tijd van maximaal twee jaar, wordt dus in beginsel ongedaan gemaakt. Om de huurders beter te beschermen, worden vaste contracten weer de norm. In bepaalde specifieke gevallen is het voor verhuurders nog wel mogelijk om een woonruimte tijdelijk te verhuren. In onderstaande gevallen is het alsnog mogelijk om een woning tijdelijk te verhuren:

  1. Verhuren voor korte duur, zoals het verhuren van vakantiewoningen;
  2. Tussenhuur, wanneer de verhuurder het pand na verloop van tijd opnieuw zelf wil gaan bewonen;
  3. Doelgroepencontracten, dit zijn huurcontracten die specifiek zijn opgesteld voor een bepaalde doelgroep. Bijvoorbeeld voor ouderen, gehandicapten of studenten;
  4. Verhuur ter voorkoming van onnodige leegstand op grond van artikel 15 en 16 van de Leegstandswet. 

Daarnaast bestaat er een uitzondering voor bepaalde groepen. Volgens het ‘Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomst’ komen de volgende groepen hiervoor in aanmerking:

  1. Huurders die voor hun studie tijdelijk in Nederland wonen;
  2. Huurders die in verband met dringende werkzaamheden of renovatie tijdelijk niet in hun vaste woning kunnen verblijven;
  3. Woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen, die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten en woningzoekenden die mantelzorg verlenen of ontvangen;
  4. Huurders met wie de verhuurder een tweede of laatste kans-huurovereenkomst aangaat of huurders met wie een tijdelijke huurovereenkomst gecombineerd met begeleiding wordt afgesloten;
  5. Huurders die wonend waren in de betreffende woning voordat de voorheen hurende ouder of grootouder kwam te overlijden.
  6. Gescheiden woningzoekenden met minderjarige kinderen die na de relatiebreuk in de buurt van hun kinderen willen blijven wonen of aan ex-verslaafden die tijdelijk onder begeleiding moeten wonen.

Met deze plannen hoopt het parlement de rechtspositie van huurders te verbeteren zonder dat dit ten koste zal gaan van het aantal beschikbare huurwoningen. De praktijk zal moeten uitwijzen of dit doel ook behaald gaat worden. Mogelijk zullen de vele uitzonderingen op de hoofdregel nog tot allerlei juridische discussies gaan leiden.

Hebt u vragen die betrekking hebben op de Wet vaste huurcontracten of op het huurrecht in het algemeen dan is Huijzer Advocaten u hiermee graag van dienst. Neem daarom gerust contact met ons op.