Met de nieuwe Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is het sinds 1 januari 2021 mogelijk om zonder instemming van alle schuldeisers toch een akkoord omtrent een schuldregeling te bereiken. Het is een wet die geroepen komt in de huidige tijd waarin veel ondernemingen in financieel zwaar weer zitten door de voortdurende coronamaatregelen.
Het komt in de praktijk geregeld voor dat bedrijven die door hoge schulden failliet dreigen te gaan, toch nog levensvatbare bedrijfsactiviteiten hebben. De WHOA kan deze bedrijven een helpende hand bieden door het reorganiseren van hun schulden, waardoor deze bedrijven alsnog door kunnen gaan en een faillissement wordt voorkomen. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat een bedrijf dat in financiële problemen zit een akkoord sluit met (een deel van) de schuldeisers. De rechtbank kan vervolgens overgaan tot homologatie (goedkeuring) van dit akkoord. Ook schuldeisers of aandeelhouders die niet instemmen met dit akkoord, kunnen er toch aan worden gebonden. Naast de schuldenaar (de ondernemer) zelf kunnen ook schuldeisers, aandeelhouders en ondernemingsraden het initiatief nemen om een WHOA-procedure te starten.
Ook bedrijven die over onvoldoende overlevingskansen beschikken hebben baat bij de WHOA, omdat zij zonder faillissement kunnen stoppen. Buiten faillissement is namelijk een dwangakkoord mogelijk. Wanneer een grote meerderheid van de schuldeisers echter een doorstart ondersteunt, dan kan een enkele schuldeiser of een minderheid aan schuldeisers of aandeelhouders deze doorstart niet tegenhouden.
Initiatief WHOA-procedure
De schuldenaar kan een WHOA-procedure starten wanneer het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij niet meer in staat zal zijn om zijn schulden verder af te betalen. Dit wordt de light insolvency test genoemd. Zoals eerder aangegeven kan de WHOA-procedure ook worden gestart door (sommige) schuldeisers, aandeelhouders, ondernemingsraden of personeelsvertegenwoordigingen. Zij kunnen de rechtbank dan vragen een zogenaamde herstructureringsdeskundige aan te wijzen die het akkoord voorbereidt en dit vervolgens aanbiedt.
Startverklaring
Indien een schuldenaar een WHOA-procedure start, dient hij een zogenaamde startverklaring te deponeren bij de griffie van de bevoegde rechtbank. Hierin verklaart de schuldenaar dat hij een WHOA-procedure is gestart en dat hij op korte termijn een voorstel doet aan zijn schuldeisers. Bij het deponeren van de verklaring heeft de schuldenaar de keuze tussen een openbare akkoordprocedure enerzijds en een besloten akkoordprocedure anderzijds. Bij een besloten akkoordprocedure wordt er minder ruchtbaarheid aan de procedure gegeven.
Goed om te weten is dat het deponeren van een startverklaring niet verplicht is. Echter, deponering is wel degelijk aan te raden omdat de schuldenaar hiermee toegang krijgt tot bepaalde voorzieningen die bijdragen aan het tot stand komen van het akkoord. Denk bijvoorbeeld aan de afkoelingsperiode.
Inhoud akkoord
De schuldenaar, of de door de rechtbank aangewezen herstructureringsdeskundige, bereidt vervolgens een akkoord voor. De inhoud van dit akkoord is vormvrij. Het staat de opsteller vrij om te bepalen aan welke schuldeisers of aandeelhouders het akkoord wordt aangeboden en wat er inhoudelijk wordt aangeboden. Hierdoor kan de schuldenaar de voor hem problematische schulden effectief saneren. Echter, rechten van werknemers kunnen niet worden gewijzigd.
Klassenindeling en stemming
De schuldeisers (en/of aandeelhouders) moeten bij het aanbieden van het akkoord worden ingedeeld in verschillende klassen. Hierbij wordt gekeken naar welke rechten elke klasse heeft in geval van een faillissement van de schuldenaar en welken rechten zij krijgen indien ze het akkoord accepteren. Op deze manier krijgt iedere klasse een eigen aanbod voorgelegd, waar vervolgens in elke klasse afzonderlijk over wordt gestemd. Wanneer binnen een klasse een meerderheid van minimaal twee derde akkoord gaat met de voorwaarden, geldt binnen die klasse het akkoord als aangenomen. De rechter kan dan het akkoord verbindend verklaren jegens de in de betreffende klasse tegenstemmende minderheid. Slechts onder strenge homologatievoorwaarden kan de rechter het akkoord óók opleggen aan een andere klasse waarin de meerderheid tegen het akkoord heeft gestemd.
Homologatie en algemeen verbindend verklaring
Wanneer minstens één klasse met het akkoord heeft ingestemd, kan de schuldenaar (of de herstructureringsdeskundige) de rechter verzoeken om het akkoord te homologeren. Een voorwaarde hierbij is wel dat de betreffende klasse bestaat uit schuldeisers die in geval van faillissement van de schuldenaar waarschijnlijk geld tegemoet kunnen zien. Echter, deze voorwaarde is niet van belang wanneer het gehele akkoord zich richt op schuldeisers die bij een faillissement geen uitkering te verwachten hebben.
Wanneer de rechtbank het akkoord heeft gehomologeerd, komt de procedure ten einde. Het akkoord is dan algemeen verbindend voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Door de homologatie van de rechtbank worden schuldeisers of aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd of helemaal geen stem uitgebracht hebben toch aan het akkoord gebonden.
Wilt u verder advies krijgen met betrekking tot uw situatie en de WHOA? Neem dan contact met ons op.