De werkgever heeft verschillende verplichtingen jegens haar werknemers. De werkgever moet bijvoorbeeld zorgen voor een veilige werkplek. In het huidige coronatijdperk komen daar verschillende extra eisen bij om de hoek kijken. De werkgever moet voldoende Covid-19 beschermingsmaatregelen op de werkplek treffen. Voorziet de werkgever niet in deze beschermingsmaatregelen en wil werknemer vervolgens vanwege deze reden niet meer komen werken, dan is er niet automatisch sprake van werkweigering door werknemer.
Bovenstaande situatie speelde een rol in de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 1 oktober 2020. In deze zaak daagde een werkneemster haar werkgever voor de Voorzieningenrechter, omdat de werkgever weigerde om loon door te betalen aan werkneemster.
Op 15 maart 2020, in de periode dat de eerste lockdown in Nederland werd afgekondigd, ontving werkneemster een e-mail van haar werkgever met de mededeling dat thuiswerken niet aan de orde zou zijn. Daarnaast werd aangegeven dat indien een werknemer toch thuis wenste te blijven, verlofdagen zouden moeten worden ingeleverd. In deze zaak voerde de werkneemster in kwestie aan dat zij tot de zogenoemde risicogroep van Covid-19 behoort, gelet op haar chronische hartfalen. De kans op verregaande medische consequenties is daardoor groot wanneer zij met het coronavirus besmet zou raken. Hierdoor wilde ze zich strikt aan de overheidsmaatregelen houden. Met betrekking tot haar werk gold destijds (en geldt ten tijde van dit schrijven nog steeds): werk indien mogelijk thuis. In het kader van dit overheidsadvies heeft werkneemster aangeboden om haar werkzaamheden (of aangepaste werkzaamheden) van huis uit te verrichten, aangezien ze haar werkplek als een onvoldoende veilige werkplek beschouwde. Immers, werkgever had naar mening van werkneemster onvoldoende Covid-19 beschermingsmaatregelen op de werkplek getroffen. Ondanks dit aanbod bleef werkgever zich op het standpunt stellen dat werkneemster haar werkzaamheden op kantoor moest blijven verrichten. Werkneemster is uiteindelijk arbeidsongeschikt verklaard door de bedrijfsarts en ze stelde zich op het standpunt dat dit het gevolg was van de houding van haar werkgever en de vele discussies over een veilige werkplek. Werkneemster is door deze situatie uiteindelijk meer dan een half jaar niet op haar werkplek aanwezig geweest. Werkgever besloot vervolgens om vanaf juni 2020 geen salaris meer uit te keren aan werkneemster, omdat de werkgever van mening was dat er sprake was van werkweigering.
De Voorzieningenrechter oordeelde dat het aan de werkgever is om ervoor te zorgen dat haar werknemers op een veilige werkplek kunnen werken c.q. beschikking hebben over veilige werkomstandigheden. De Voorzieningenrechter was van mening dat werkneemster niet kan worden tegengeworpen dat ze niet op haar werkplek wilde verschijnen, aangezien werkneemster vanaf het begin kenbaar had gemaakt dat zij enkel op de werkplek wilde verschijnen als die werkplek voldoende veilig en beschermd was. Met inachtneming van dit gegeven, oordeelde de Voorzieningenrechter dat de door werkgever gestelde werkweigering niet aan de orde was en dat ze de loonbetaling dus moest voortzetten. Het feit dat werkgever geen schriftelijke aankondiging van het treffen van loonmaatregelen had gedaan, speelde bij deze beoordeling ook een belangrijke rol. Ook had de werkgever in deze zaak geen re-integratieafspraken gemaakt met de werkneemster, terwijl dit wel was geadviseerd door de bedrijfsarts. Werkneemster ontving uiteindelijk alsnog het salaris over de periode dat de werkgever de loonbetaling had stopgezet.
Uit deze uitspraak blijkt dat beschermingsmaatregelen tegen het coronavirus tot veel discussie kan leiden. Uw werkgever dient zorg te dragen voor voldoende Covid-19 beschermingsmaatregelen en een veilige werkplek. Komt u er samen met uw werkgever niet uit en wilt u advies inwinnen over uw zaak? Neem dan contact met ons op.